Arles revisited
     

                                                                 Arles, Camping City, 1983 

    Arles, bijna een magisch woord sinds de God, Van Gogh daar gewoond heeft. In 1983 voor het eerst en nu 1998 opnieuw. Ik zou wel even de Provence gaan verkennen met Aart. De fietsen per trein eerst opsturen naar Marseille en dan later de voetsporen van Van Gogh gaan volgen. De eerste keer in een trein naar Frankrijk. Zonder couchettes. Midden in de nacht overstappen in Parijs, met de metro naar station-zuid om daar de trein naar Marseille te nemen. Met de bagage in die Parijse Metro. En dan niet slapen in een fel verlichte treincoupé. Dat hoort bij een jongensavontuur. Ik had mijn herenfiets, zonder versnellingen laten opsturen. Hij was nog heel, gelukkig. Een veel te grote hoeveelheid bagage met fietstassen achterop. Maar nu? Wel aan de kust, maar wij moesten omhoog. Het was 8.00 uur ‘s ochtends en nauwelijks geslapen in de trein. Gelukkig had Aart een vooruitziende blik. Hij had een kaart van het gebied en een campinggidsje. Een gouden greep, bleek. Eigenlijk was er sinds mijn vijfde niets veranderd toen Aart tot mijn tiende mijn veters vast knoopte omdat ik te lui was om het te leren. Eerst dwars door Marseille en in een buitenwijk de weg gevraagd aan twee meisjes in een soort openluchtwinkeltje. Ik zag dat we "bekeken" werden door een beetje raar soort jongens. Aart had de kaart en het gidsje goed bestudeerd. Dezelfde middag kwamen we al een in beschaafde camping, net buiten Marseille. Het begin. Alles was nieuw, dus alles was leuk. Een plastic bekertje met rode, rotwijn was al bijzonder. Op ongeveer 12 kilometer van Arles ligt het ogenschijnlijk,  nietszeggende dorpje St. Martin De Crau. Op de camping was een beetje raar zwembad wat tamelijk hoog was, maar ook diep. 



                                                                    Wat was ik mooi slank he? 
     

    Een soort grote badkuip. Aart wees me op de irritante Nederlanders die je overal tussen uit haalt. We lagen op het kleine terras boven op het zwembad waardoor je aardig uitzicht had op de camping. Ineens kwam er man aangelopen met een dun lichaam en een grote bruine baard. Hij had zijn hoofd enigszins schuin en keek op een een krankzinnige manier in de lucht. Dat moest een Nederlander zijn. Aart had een officieel fototoestel meegenomen, maar hij wist helaas niet precies hoe het werkte. Bijna alle foto’s mislukt. Ook de foto’s van het kruis van een francaise die lag te zonnen op het terras van St. Matin de Crau. Eénmaal in Arles aangekomen betraden wij een Camping met hoge bomen die een rustgevend gevoel gaven. 






    Arles vond ik geweldig. Les Allycamps, de romeinse begraafplaats indrukwekkend. 15 jaar later zou ik het wel even overdoen. Ik stapte een reis burobinnen.  Een zeer aantrekkelijke dame gaf mij een aantal reisgidsen. "Zoekt u zelf nu maar iets uit en kom daarna maar terug. Ik twijfelde nog over Italië, Toscane. Maar eenmaal terug in de winkel "Nee u eerste keus viel op de Provence en de eerste keus zo weten wij is altijd de beste. Ik een fietsvakantie boeken met een groepsreis. Eerst met mijn loodzware leger plunje zak naar Eindhoven. Een beladen stad sinds daar een rood gevaar woont. Deprimerend stadje ook. Eénmaal bij bus opstap halte voelde ik al nattigheid. "Kan u misschien op mijn tas letten?" vroeg ik aan een kale man met een bril. "U? ben ik al zo oud? misschien moet ik een toupet nemen?", zei de man lacherig tegen de andere groepsleden. Wat een binnenkomer. Ik zag de bus naar de Toscane vertrekken, vol met mooie vrouwen. Er bleven uitsluitend nietszeggende zeikers over. Eénmaal in de bus werd paniekerig. Wanhopig probeerde ik aan te katsen met de mensen die ook 14 dagen gingen. Er werd een krankzinnige film vertoond met een zekere Cameron Diaz en Harvey Keitel in de hoofdrol. Ik had wel twee stoelen tot mijn beschikking kon nog een beetje "slapen" in de bus. Avignon bleef Avignon, ongelooflijk mooi stadje. Tien uur ‘s ochtends op de bloedhete kamping. Mijn "groep" was werkelijk afschuwelijk. Een oud lesbisch stelletje wat oogcontact vermeed, een oude man met een baard, die tien pakjes, halzware, javaanse jongens bij zich had waar meteen kritiek van de groep op kwam. Twee puberale jongens van begin twintig met hele vervelende humor. Ik raakte steeds meer in paniek. Twee weken met dit gezelschap op reis? Een paar honderd meter verder was de groep voor één week geland. Zij leken veel leuker. Ik liep er naar toe. Ze waren veel leuker. Veel vrouwen. Maar niet alleen dat. De sfeer veel beter. Ik dacht na en nam een beslissing. Ik wil met de andere groep mee. Op zich een raar idee want ik had geboekt en betaald voor twee weken. Maar ik ging naar de groepsleider. "Meneer ik heb een hele rare vraag maar mag ik misschien met deze groep mee?" De man was aardig en kalm. Een nette Amsterdammer. "Ach binnen drie dagen ben je gewend, kijk het nou eerst even aan" zei hij geruststellend. Ik lag tien minuten op de grond en liep terug. "Ik wil toch met heel graag met jullie mee?" vroeg ik bijna smekend. Het mocht. Hoera. Totaal uitgeput viel ik bij de groep neer. Het idee om te "onderhandelen" in mijn vakantie, maar de deal was geslaagd. De groepsleden waren wel wat verbaasd eerst. Toen ik naar de camping WC liep kwam ik de kale man met bril tegen. Triomfantelijk glimlachend groette ik hem. Alsof ik een strijd had moeten overwinnen. Hij keek me een beetje raar aan. Een camping vlak bij Tarascon was de eerste bestemming. Toch weer wat saai bij de tent zitten. De groepsleden waren aardig maar bleven over alledaagse zaken praten. Ik praatte beleefd mee. Op een klein camping terras zat ik vast wat ansichtkaarten te schrijven voor thuis. Ineens kwam er een  roodharig  meisje voorbij lopen. Ik keek haar aan en ze keek mij aan. Mijn ogen vielen zowat uit mijn hoofd. Ze voelde het. Het was een stoot van opwinding. Wat was die vrouw onwaarschijnlijk mooi en aantrekkelijk. Mijn vooroordeel over de schoonheid van rode vrouwen werd ineens weer keihard bevestigd. Ze liep door. Ik ging maar eens zwemmen. Ik was verdwaald op een piepkleine camping. Ik vroeg aan een meisje waar het zwembad was. En wie bleek bij haar te zitten? De roodharige. Weer keek ze me brutaal en lacherig aan. Ze kwamen uit London. Een paar cliché vragen van mij over het landschap en de omgeving. Het andere meisje liet voelen dat ik maar beter kon vertrekken. Ik wist niet meer goed wat ik moest zeggen en liep weg. Achteraf een beetje spijt. Op m’n knieën voor roodharige zou ik gaan. Meteen emigreren naar Engeland zonder verdere vragen. Ze was weg voorgoed uit het gezichtsveld verdwenen. De dag daarna Arles. Een beetje heuveltjes beklommen. Het berglandschap maakte nu wel indruk. Net een soort cowboyfilm landschap. Ik fietste altijd alleen met mijn walkman op en keiharde disco muziek. Maar ook "the queen of sheba". Ik voelde me een vorst in Frankrijk. Arles was nog steeds mooi, maar toch leek het minder. De camping was Camping City. Bleek dezelfde als 15 jaar geleden, met de wind en de hoge bomen. Nies voelde ik meer van de sfeer van toen alleen de hoge bomen dan. ‘s avonds uit eten op grote terras op het plein waar van Van Gogh ooit zijn "nacht zonder zwart" café schilderde. Het was toch wel erg romantisch. De groepsleden waren erg vriendelijk en ik at een salade met lever en spek en olijfolie. Nog nooit gegeten maar wel superlekker. Een oude straat muzikant, een soort André Hazes achtige begon keihard te zingen. Wat een klote stem had die man. 
    De groepsleden kwamen ook wat losser. "Ik ben nu in therapie, maar het gaat nu heel goed met me". Gezellig. Aan deze mensen vragen wat Charlie Parker in hun leven betekend is hetzelfde om aan een zangvogel te vragen wat hij nu van de gevolgen van zure regen vind. Maar wel lekker gegeten en biertjes gedronken. Omdat we ‘s ochtends vroeg op moesten gingen we ‘s avonds ook altijd vroeg naar bed. Twee Friese meisjes bleven laat op met een paar jongens er bij. Er werd hard gelachen maar ik was blij dat ik in mijn tent lag. En dat blonde Friese boerinnetje ging maar lekker neuken met die "vlotte" blonde gozer. Prima. Dit keer was ik  niet jaloers. Op weg naar St Marie de la Mer. Een kustplaatsje, aan de Camarque. Op de bleek een muggenplaag te zijn. En dan dus niet overdreven. Overal muggen. En iedereen werd overal gestoken. En de citronella hielp niet veel. Er volgden ook honderden enorme libelle’s want die schenen die muggen weer te eten. "Starship Troopers!" riep ik verrukt uit. ‘S avonds uit eten werden we nog steeds aangevallen in het toeristische plaatsje St. Marie de la Mer. En ineens om een uur of negen waren ze weg. We zouden wel even gaan stappen. Om twaalf uur ‘s nachts waren alle kroegen dicht. Dus maar grappen maken voor de tent. Ik weer niet. De volgende ochtend dwars door de Camargue. De Camargue, de beroemde Rhone delta. Veel over gehoord maar nog nooit van dichtbij gezien. Een klein weggetje dwars door de zee. Alhoewel, een binnenzee. In Nederland zie je overal duinen hier het leek het een beetje wadlopen in de de Sloterplas, maar dan anders. Een soort blauw water met wilde flamingo’s. Een fascinerende omgeving. Ook veel witte paarden gezien, maar of dit nou de "wilde" paarden van de Camargue waren? St- Martin de Crau, en jawel dezelfde camping als 15 jaar geleden, met dat rare zwembad. Ik ging even lekker alleen uit eten in het plaatselijke café. Een groot, beetje armoedig Café, met wat stamgasten aan de bar. Een kelner met een snor had iets van een onderwereld figuur. Ik bestelde daar een viergangen menu. Er stond een moderne juxebox in de kroeg waarop ineens keihard een Nirvana nummer gedraaid werd. Het dienstertje was een kind. Zijn dochter waarschijnlijk. Ze liep een soort gympen met enorm dikke zolen waardoor je een soort hoge hakken effect krijgt. Het viel me op dat wel meer Franse grietjes met die krankzinnige schoenen liepen, om groter te lijken zeker. Ik dronk een biertje bij het een eindelijk voelde ik me thuis. De hoofdstraat van het gehucht St. Martin had iets mistroostigs. Later zei een jongen dat het de enige niet toeristische plaats was. Dat was het dus. Weer terug naar Avignon. Dagen van te voren al grappen gemaakt over een verleidelijk meisje wat mij zou overhalen om dezelfde tocht nog een keer te doen. Op de Camping zagen we de nieuwe groep. Raar idee, dezelfde Campings, dezelfde plaatsjes. En het schofterig dure Frankrijk. Ik was moe van al dat fietsen. Ik wilde naar huis. Toch wel nieuwsgierig naar de dames. Een Jacqueline Bisset-achtige van achter in de dertig maakte een praatje met ons. Ze liep weg. Een kwartier voor vetrek naar Nederland zag ik de Jacqueline Bisset-achtige weer. Ik zei "Hee, waar ga je naar toe?". Tamelijk brutaal voor mijn doen. Ze stopte en keek me licht verbaasd aan met een lieve uitdrukking op haar gezicht. Met een zwoele, zachte stem zei ze "Oh, ik ga even koken voor een zieke vrouw, terwijl de anderen uit eten gaan". "Ik zie je zo misschien nog wel even". Ik was gehypnotiseerd. Zij liep door. Ik vertrok naar Nederland. Met gemengde gevoelens. 
     
     
     

                                     Met dank aan Aart van Stralen voor foto en scan werk