De blauwe fietstas


    Ik heb altijd fietstassen gehad. Tijdens mijn Heao periode begon het al. Mijn vriend Glimm zei toen; "Je lijkt wel een postbode". Ik droeg er ook een nog blauwe legerjas bij. Die fietstassen koop ik altijd bij de eenheidsprijzen maatschappij. Het is een bepaald type tas met een ruwe katoenen stof die aan slijtage onderhevig is. Oftewel, na een jaar moet ik de tas weggooien en vervangen. Het is momenteel een rage onder de vrouwen om met de meest kakelbont-gekleurde fietstassen te rijden. Deze koopavond zette ik mijn fiets vast aan een rek vlakbij de grote internetwinkel aan de Oude Gracht. Ik controleerde het slot nog, wetende dat er allerlei verslaafden of aanverwant zich verzamelen bij de ingang van de internetshop. Terug van winkelen moest ik dringend naar het toilet, had geen kleingeld en liep met spoed naar mijn fiets. Hij stond er niet tussen. Ik het wist zeker. Heel simpel, ik herken mijn fiets altijd aan mijn blauwe fietstas. Ik kreeg een schok. Mijn reisfiets, mijn maatje gemaakt van licht aluminium was gestolen. Ik liep nog minstens vijf keer heen en weer. Ik zag allerlei mooie meidjes voorbij fietsen die van niets wisten, mij glazig aankeken en mijn paniek onmogelijk konden inschatten. Maar mijn fiets stond er niet. Bij de zesde keer concentreerde ik me op één plek. Ja hoor, mijn fiets stond er wel maar zonder fietstassen. Ik was bestolen voor een oude tas. In 2000, toen ik nog in de Rhijnvis Feithstraat 2-hoog woonde, is er ooit bij mij ingebroken. Ik kwam terug van mijn werk. De inbreker had met een koevoet de sloten opengebroken, de grote houtsplinters staken dreigend uit de deur. Vol ongeloof liep ik zonder sleutels mijn eigen woning binnen. Het was een enorme chaos maar er was niets meegenomen. Althans zo leek het. Een videorecorder met een straatwaarde van een kwartje was weg en mijn goeie, opgelapte electrische gitaar helaas ook. Een nieuwe fietstas is zo gekocht. Het gevoel van machteloosheid is altijd hetzelfde.