In een strandtent bij IJmuiden zat een man met snor en een bril tegenover me. Ik kende hem vaag. Een broer van een kennis. Een vriendelijk, zwijgzaam type. Als ik een grapje maakte reageerde hij meestal niet. Hij was het schoolvoorbeeld van harmonie. Nu was ik bezig mijn bril schoon te maken met een doekje en een klein, plastic spuitbusje. Ik had het flesje bij de opticien gekocht en vond het wel handig. De man met snor en bril zat zich dit keer duidelijk non-verbaal te irriteren. Plotseling zei hij iets, ik schrok; "Ja, dat is helemaal niet nodig zo'n flesje, dat kun je net zo goed onder de kraan doen met wat zeepsop en een theedoek. Dat is gewoon geld weggooierij dat flesje van jou. Dussss". Zijn betoog duurde minstens drie minuten. Ik was helemaal uit me doen door zijn ongewoon felle kritiek, maar ging er beleefd niet op in. We zaten aan de koffie en er was nog een lange strandwandeling te gaan. Ik nam me voor om nooit meer vrijwillig iets te zeggen tegen de harmonieuze man met snor en bril. In Albert Heijn blokkeerden een paar spaans sprekende punkers en hun hond de ingang. "Ze stinken" ; zei ik tegen de Nozem Cor. "Ach man met die punkers is niks mis, jij koopt kleine plastic flessen cola dat is pas zonde van het milieu. Waarom koop je niet gewoon een grote fles cola-light?"; zei hij. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik vond die kleine flessen juist handig. Ik drink niet zo vaak cola thuis en in de kleine flesjes blijft het prik langer goed. De Nozem Cor kom ik ongeveer één keer per jaar tegen dus ik zei netjes niks. Nu heb ik sinds kort kleine, papieren zakjes met natte papieren doekjes. Een soort beeldschermreinigers maar dan voor mijn bril. Bij de drogist kan je voor weinig geld een hele doos kopen. Het is nu aftellen totdat iemand daar iets van vind. De kans dat ik dan zwijg is groot. |