De volgende halte is Chatham Als ik met bus 104 door Hilversum rij luister ik altijd verwachtingsvol naar de vrouwelijke omroepster die keurig 'Kastanjelaan' aankondigt. Het gaat natuurlijk om een eerder gemaakte geluidsopname die via een computer de haltes aankondigt. Tegenwoordig is er ook een beeldscherm opgehangen waarop je precies kan zien welke vier haltes er gaan komen. Handig. De buschauffeur zelf hoeft niks te zeggen. Dat deden ze eigenlijk toch al niet meer, alleen op verzoek. De vrouwenstem in de bus zegt ondermeer 'Kastanjelaan' met een soort kak-accent. Iedere keer als ik Kastanjelaan hoor word ik licht jaloers op de bewoners. Kastanjelaan klinkt zo netjes zodat ik het gevoel krijg dat het wel een ongelooflijk mooie laan moet zijn. Het woord heeft iets vrouwelijks. Misschien ook wel zo perfect door al die a's die er in zitten. Even later verheug ik me weer op 'Chatham'. Als de stem 'Chatham' zegt dan klinkt dat onbedoeld als 'Chatten'. Er is nauwelijks verschil te horen. Iedere keer opnieuw krijg ik dan een glimlach op mijn gezicht. Ik moet dan steeds denken aan 'Chatten'. Wat nu ongekende vormen heeft aangenomen door het abnormaal populaire 'MSN'. Het échte chatten bestaat natuurlijk al veel langer via de zogenaamde 'IRC clients'. Met allerlei vaste chatbezoekers in hun vaste chatbox. Er zijn daar typjes die uren, wellicht dagdelen in een dergelijke box blijven chatten en ze ontmoetten elkaar in werkelijkheid bij zogeheten 'chatmeetings'. Ik ben ooit één keer mee geweest naar zo een chatmeeting, alleen maar omdat ik wist dat er een meisje bij zat die mij leuk vond. Ik ben niet zo een groepsmens. Iedere keer lachen om een vrouwenstem die 'Chatham' zegt is ook al zo een strikt persoonlijke ervaring. Van 19 tot 24 juni 1667 vond de tocht naar Chatham plaats. Zowel de Republiek als Engeland wilden de Tweede Nederlands-Engelse oorlog beëindigen en er vonden eerst vredesbesprekingen plaats in Breda. Die mislukten en de Republiek besloot Engeland met militaire middelen te dwingen tot vrede. Michiel de Ruyter besloot de Engelsen op Engelse grond aan te vallen en de rivier de Thames op te varen naar Chatham. Sommige stukken van de geplande route waren bochtig en onbevaarbaar. Toch ging de tocht door. Via de rivier Medway, een zijarm van de Thames, werd naar Chatham gevaren, waar de belangrijkste Engelse oorlogsschepen lagen. Vlak voor Chatham hadden de Engelsen een enorme ketting in de rivier gespannen. Kapitein Jan van Brakel bood aan de ketting stuk te varen. Uiteindelijk was het kapitein Van Rijn die hierin slaagde. Na de doorbraak zagen de Nederlanders kans alle Engelse oorlogsschepen te vernietigen (zie afbeelding), op een paar na. Deze schepen, waaronder het Engelse vlaggenschip ‘Royal Charles’, wordt meegenomen naar de Republiek. De Engelsen, die volkomen overrompeld waren door de Nederlandse aanval, waren nu wel bereid de vrede in Breda te tekenen. Het wapenschild van de gesloopte Royal Charles is nog steeds te zien in het Rijksmuseum te Amsterdam. |