Cleaning the planes


    "Jouw collega heet ook Willem" zei de voorman van het schoonmaakbedrijf. Hij had een donkere baard en een strenge blik, het uiterlijk van een politieagent. Ik kende deze man al. Ik was bang voor hem, maar ik minachtte hem ook. Mijn collega had een Turkse naam maar dat vond de voorman 'te moeilijk om uit te spreken' daarom voldeed; 'Willem'. Het enige leuke aan deze man was dat hij ontzettend voorspelbaar was. Nooit was hij vriendelijk totdat er een vrouwelijke collega op bezoek kwam. Een aantrekkelijke Dame met lang bruin haar. "Wil je koffie?" vroeg hij. Ik wist niet eens dat er een koffie automaat stond. "Melk en suiker?". "Nee zwart graag" zei ze. "Niet een heel klein beetje melk of suiker?" zei de voorman "Nee, alleen koffie" zei de vrouw nu licht vermoeid. Ik had al eerder kantoren schoon gemaakt en ik wist dat er een 'trucje' was om te kijken of een wasbak echt schoon is. Het water lijkt te vallen in langs de wasbak en er blijven druppels kleven. De voorman wilde dit ook aan mij uitleggen maar ik gaf aan "Dat ik wel vaker had schoongemaakt". Dat vond hij te bijdehand. Ik zag het aan zijn ogen. Ik moest een paar etages stofzuigen. Dat bleek veel vermoeiender dan ik dacht. "Je hebt de kop van de stofzuiger verkeerd om gehouden, met de ruwe kant op de grond. Dat is niet de bedoeling, dan duurt het veel langer. Je hebt toch al vaker schoon gemaakt!" sprak de voorman geïrriteerd. De volgende dag deed ik het op de goede manier, het duurde bijna net zo lang.


    Deze kleine, kale man had iets van 'Bassie', van Bassie en Adriaan. Hij lachte vriendelijk, maar dat kon de demonische blik in zijn ogen niet verhullen. "Wij gaan vandaag ramen wassen" sprak hij opgewekt. Het ging om galerijdeuren in flats met glazen raampjes. Volledig ontspannen begon ik te zemen. Na twee uur kwam Bassie ineens geïrriteerd naar me toe. "Ja dat kan zo niet hé, je hebt twee deuren gedaan dat hadden er tien moeten zijn!". Onrustig verhoogde ik mijn tempo. Bij iedere deur moest ik door de knieën. Voor mij bijna niet te doen, ik deed niets aan sport. Ik rende met mijn emmertje water van deur tot deur. Aan het einde van de dag was ik totaal uitgeput en moest meteen na het eten om zeven uur naar bed. Mijn ouders waren verbaasd. De volgende dag zei Bassie; “Die deuren heb je niet goed gedaan, die gaan we overdoen”. Hij zei 'We' hij bedoelde 'jij'. Ik kreeg een nieuwe klus, lege afvalcontainers op wielen van binnen leegspuiten en ontsmetten. Die bakken waren loodzwaar en nauwelijks te verplaatsen. S middags kwam Bassie woedend naar me toe "Dat gaat veel te langzaam! Dat gaan we overdoen". Mijn besluit stond vast, dit was mijn laatste dag. In de kelder in een flat was een geïmproviseerd kantoortje daar gingen we aan het einde van dag naar toe Er stond een Porsche voor de deur. De eigenaar van het schoonmaak bedrijf was aan het kaarten met een hele vrolijke Bassie en anderen. Er stonden halve liters bier op tafel.


    Ik had nog nooit een vliegtuig van dichtbij gezien. Bij deze baan was het de bedoeling dat we vliegtuigen van binnen gingen schoonmaken. Dat wil zeggen, stofzuigen, stoelen opruimen, papier weggooien etc. Alle interieurs van de vliegtuigen leken op autobussen, een DC-10 een beetje breed uitgevallen, maar in feite niks bijzonders. Bij een flat in Amstelveen werden we iedere ochtend opgehaald door een bestelbusje wat ons naar Schiphol bracht. Het werd al snel gezellig, al mijn collega's waren rond de achttien, vrolijk en vrij luidruchtig. We reden over het zonovergoten 'platform'. Nu kreeg ik alle kans om de imposante vliegtuigen van dichtbij te bekijken. Sommigen hadden de naam van een bekende Nederlander van formaat. "Prins Frederik de Groote". Dat leek me ook wel wat een Boeing 747 met de naam "Willem Klumper". En jonge voorman had besloten dat ik niet kon stofzuigen. Het moest veel sneller vond hij. We hadden gemiddeld tien minuten per vliegtuig, die 'kisten' moesten weer snel de lucht in. Nu was ik wel gemotiveerd, ging erg mijn best doen, ik mocht blijven. In de groep zat een vroegrijpe tweeling. Deze twee blonde dames met half lang stijlhaar hielden van Bruce Springsteen en droegen altijd strakke spijkerbroeken. Ik fantaseer vrijwel nooit over triootjes, maar toen kreeg ik hele gewaagde visioenen. Ze vonden mijn leren, bruine 'punk' jack mooi, verder totaal niet geïnteresseerd. In de achterkant van een vliegtuigstoel hoorde ik vreemde, ‘electronische geluidjes’. Het bleek een heel leuk compact computerspelletje, 'Springende schilpadden'. In die tijd, we schrijven 1981, was dat iets heel bijzonders. Eén van mijn collega's werd lichtelijk jaloers toen hij het spelletje zag maar zei gelukkig niets. Ik fietste altijd een stukje mee met een heel aantrekkelijk meisje met kort haar. Dat ging de eerste weken goed, na vier weken had ze er genoeg van. "Ik fiets niet meer samen met jou" zei ze zonder enige gêne. Ik voelde me zo groen. Te groen voor woorden.