Copper's blues


    Het leukste stukje Utrecht ligt tussen het centraal station en Hoogh Catharijne, en juist op donderdagavond. Er lopen dan de meest uiteenlopende types rond en er is altijd politie op de been. Zowaar een grote stadssfeer. Nu heb ik van kinds af aan altijd een gezonde haat/liefde verhouding gehad met 'de politie'. Het is goed dat ze er zijn, om ons te bevrijden van gevaarlijke elementen binnen de samenleving. Aan de andere kant wantrouw ik ze en weet ik niet wat ze doen in tijden van foute regime's. In ben opgegroeid in Amstelveen. De stad met verhoudingsgewijs het grootste aantal VVD'ers en best georganiseerde politie van Nederland. Dit betekende dat als je daar zonder licht op je fiets reed, je werd behandeld alsof je een misdager was. Sindsdien ben ik bang voor politie. De laatste tijd zie je ook veel vrouwen als agent. In Hoogh Catharijne zag ik een agente op een mountainbike met een wielrennershelmpje op. Het was lange, mooie vrouw en ze keek wat stoer en streng. Een soortement fietsende 'Marianne Timmer', maar dan anders. Toch kon ik haar niet echt serieus nemen. Een vrouwelijke agente is eigenlijk net zoiets als een mannelijke euh....politie agent. Gewoon zwijgen, doen wat ze zeggen en direct oogcontact vermijden. Ook al is het een Marianne.