Wanneer drie Eng’len zingen …



    Ik moest naar een kunstlezing in een Amersfoort. Die lezing begon om 19.30 en ik had geen tijd mijn rugzak en sporttas naar huis te brengen. Dus ik besloot een bagagekluis te huren. De bagage kluizen bevinden zich in de nieuwe stationshal. Deze hal is nog in aanbouw maar binnenkort heeft Utrecht één grote megalomane stationshal, de grootste van Nederland. Internationale allure. Hoogh Catharijne verbleekt. Ik deed mijn tassen in de kluis, drukte het deurtje met elektrisch slot dicht en betaalde vijf euro met mijn pinpas. maar mijn kaartje verscheen niet.Ik bukte en zag dat het kaartje vast zat in een piepklein gleufje zo diep verscholen zodat ik mijn kaartje nauwelijks kon zien, laat staan er uit trekken. Ineens hoorde ik iemand roepen; “Als je bukt duw ik hem er in” Brutaal, aantrekkelijk en met jongensachtige bravoure werd ik gepasseerd door drie lachende meisjes. “Ze bedoelt er niks mee hoor meneer” zei een giechelende jonge dame. Hun vrolijkheid werkte aanstekelijk. Lang geleden was er eens een jazzsaxofonist die Charlie Parker heette. Deze meneer was geen gewone saxofonist, nee hij was eigenlijk een tovenaar. Als hij begon te spelen kwam het geluid van een vogel uit zijn hoorn. En met dat geluid was hij in staat de meest sombere mensen weer vrolijk te maken. Iedereen over de hele wereld heeft hem gehoord, maar niemand kon het nadoen. Hoe lang men ook oefende. De magie ontbrak. 'Alleen al de gedachte aan muziek kan soms mooier zijn dan de muziek zelf' zei Beethoven ooit. Behalve wanneer drie Eng’len zingen … een lied van zuiver licht componeren om het aardebewustzijn te doorstralen, met liefde.