Afscheid nemen doet pijn

    "Dat is dan 1 komma 95 Euro" , zei meneer Pijper vriendelijk. Meneer Pijper, de eigenaar van de gelijknamige ijzerhandel op de Oude gracht. De enige winkel in Nederland waar ik altijd vrolijk binnenkom, alleen om de naam van de zaak. Nu heeft een ijzerhandel heel veel verschillende onderdelen. Zo ook ijzerhandel "Pijper". "Wordt u niet ongelukkig van de Euro?", vroeg ik toch enigszins beschaamd aan de heer Pijper. "Nee hoor dat niet, wij worden alleen maar ongelukkig van onaardige klanten", zei hij lachend. Het ging me wat ver om tegen hem te zeggen dat ik al me ongemakkelijk voel bij het woordje, Euro. Ik heb iets met woorden en hun klanken. Ik vond het woord  Gulden altijd al een krachtig, adelijk woord. Maar Euro? Een naar, ordinair rotwoordje. Ik ben kleurenblind en kan slecht het verschil zien tussen bronzen en gouden Euro-muntjes. Ik heb moeite met zulke opgelegde, ingrijpende veranderingen voor iedereen. Ik wil morgen de winkel weer in lopen en iedereen in Guldens horen praten en dat de Euro slechts een nare droom was. Maar het kan niet meer teruggedraaid worden. De Gulden is als het ware overleden. Even daarvoor was ik naar het toilet geweest van de bibliotheek. Om daar binnen te komen moest ik 20 eurocent in een soort automaatje in de deur gooien. Ook deze WC was nu dus "Europroof". Maar de extreme stank in deze toiletten was net zo ouderwets goor als voor de Euro.