Ik loop al jaren in de zogenaamde "kak" kleren. Nu ik ook al geruime
tijd een bril draag vind mijn zus dat ik op "Guus Meeuwis" lijk. Ik koop
altijd kleren die ik mooi vind. Dat het toevallig netjes staat is dan mooi
meegenomen. Nu wonen er bij mij in de buurt een hele boel studenten.
Wat ik de laatste tijd vaak zie zijn de zogenaamde "Gaastra" jassen,
een duur soort zeiljacks.
Een kereltje van een jaar of 19 liep gearmd met zijn vriendin over een
zebrapad. Het was een regenachtige avond en zijn spierwitte, over-sized
Gaastra jack viel nu extra op. De merknaam is in opvallende letters in
de nek genaaid. Het was ineens heel duidelijk. Het corpsjongetje, een nietszeggend
dun mannetje, stoer door zijn Gaastra jack had plotseling een bepaalde
status. Vergelijkbaar met het krokodilletje op de polo's van Lacoste. Ik
ging 15 jaar terug in de tijd toen ik met gympen, strakke spijkerbroek
en een oorring op het HEAO verscheen in Utrecht. Iemand vroeg: "Waarom
draag jij altijd sportschoenen?" Of een meisje: "Waarom draag jij een oorring
ben jij soms homofiel?" Ik weet nog dat ik tegen de lange Iede zei "Zo,
jij gaat bij het corps, wist je dat er coprsleden zijn met posters van
Hitler op hun kamer?" "Niet allemaal" zei Iede lachend. De olijke Rob reageerde
daarop geïrriteerd: "En die punkers zijn allemaal communisten!". Toch
kon ik het in die tijd uitstekend vinden met corpsleden, die later allemaal,
logisch, hele goeie banen zouden krijgen. Op een soort reünie, vroeg
een meisje "Vind je het nou niet vervelend dat zij zover zijn gekomen en
dat jij mislukt bent". Ik opperde zoiets dat ik veel van kunst hield
en zij niet. Die krankzinnige status, soort zoekt soort gedrag, uit zich
blijkbaar in het dragen van een Gaastra jack en het spreken tegen een mobiele
telefoon. In mijn ogen zijn de bezitters van een dergelijk jack natuurlijk
veel grotere "losers" dan de schimmen die de spelonken onder Hoogh Catharijne
doen in veranderen in een El Greco-iaanse poort naar de hel.
|