Germaanse Glorie

    Ik had net een nieuwe versterker gekocht. Ik luisterde naar Prince en hoorde een soort muziek die ik niet eerder had gehoord. Het was zo zuiver. Een bepaald soort perfecte harmonie die ik ook in de liefde wil blijven voelen. Ik keek naar de onscherpe foto op mijn schoorsteen. Een Duitse meisje luistert aandachtig naar mijn gitaarspel. Elegant gebogen kijkt ze hoe ik voor haar zing. 'S avonds aan dek vroeg ik haar om mee naar de kajuit te gaan om naar muziek te luisteren. Vriend A. had godzijdank een plaat van Charlie Parker meegenomen. Ik koos voor de ballad "Loverman". Haar slanke middel bewoog vloeiend, bijna slangachtig door mijn armen. Ik drukte haar warme lichaam tegen me aan. "Noem je dit dansen?" vroeg ze in het Engels. Ik spreek slechts Duits, zij geen woord Nederlands, dus de voertaal was Engels. De kajuit was leeg en de rest van het gezelschap was aan dek. Van dit moment had ik eerder alleen maar gedroomd. Toen de muziek ophield wilde ik het nummer opnieuw draaien. Dat mocht niet. Het werd toch wat te intiem voor een getrouwde vrouw met kinderen. Eenmaal terug aan dek ging ik verder met bier drinken. "Bist du jetzt besoffen?" zei ze. Ik ontkende het. Zij mocht alles vragen. Uiteindelijk ging ze ook nog met een vriendin praten. Ik besloot om vroeg naar bed te gaan. Zeilen vind ik eigenlijk maar vreemd. Ik ken mensen die super enthou worden, als ze vertellen dat ze een week-endje gaan zeilen. Ik vind het alleen maar vermoeiend. De hele dag in de weer met oprollen van touwen waarvan ik de funktie niet wil begrijpen. Op deze enorme zeilboot waren wel 20 mensen aan het touwtje trekken. Pöpchen lag op het dek, met een strakke spijkerbroek waarin een platte, maar zeer strakke kont en lange benen in zaten. "Kom maar naast me liggen" zei ze. Ik keek haar aan. Dit was wel erg dichtbij. Ik wilde haar dolgraag tegen me aan drukken en kon me nauwelijks beheersen. Ze had een witte, zachte huid met sproetjes. Ondanks dat ze bruin haar had, zag ik in haar toch een soort roodharige. "Wil jij geen zonnebrand olie, anders verbrand je misschien?" vroeg ik. Ze keek me serieus aan. "Zonnebrand olie is slecht voor je huid hoor!" zei ze. Ik vond haar ineens heel lief. Alsof de zon zonder die olie minder slecht zou zijn. Ondertussen kwam er keihard een houten stok over mijn hoofd vliegen. We gingen overstag. Eénmaal in Medemblik had ik het idee dat we het IJsselmeer waren over gevaren. Pöpchen wilde wel hand in hand door het nietszeggende plaatsje lopen, ver weg van de passagiers en hun spiedende blikken. In de buurt van een kerk was het lekker rustig. Ik sloeg mijn armen om haar heen. Haar ademhaling versnelde, de eerste, onvermijdelijke kus leek nu niet meer ver weg. "Ik kan het niet" zei ze. "Ik heb het gevoel dat ik uit elkaar getrokken word" waarbij ze op haar huwelijk doelde. Ik was niet teleurgesteld. We zochten de andere passagiers maar weer op. Ik moest eerder van boord in Volendam. Twee uur voor het einde van de reis. Hier was ik als kind wel vaker geweest. Ik kon me er nauwelijks iets van herinneren. Dit keer vond ik het daar verschrikkelijk. Abnormaal veel toeristen en het was nog steeds veel te heet. Wellicht de allerlaatste wandeling met haar. Nog maar net weg van het winkelstraatje en de toeristen keek ik uit over het IJsselmeer. Het begon iets harder te waaien de lucht werd donkerder. Opnieuw omhelsde ik haar. Een korte, maar heftige kus volgde. Dit was de spanningsontlading en de bevestiging waar we twee dagen op hadden gewacht. Op zich een lekkere kus, maar er was zo veel energie dat deze enkele, intieme secondes eeuwig leken te duren. "Straks bij de groep houden we het koel he? zei ze. Nadat ik  van iedereen afscheid genomen  had, omhelsde ze mij nog één keer. Ik las iets van drama in haar ogen. Het publiek leek alles te begrijpen.
     

Long ago and far away

Long ago and far away, I dreamed a dream one day,
And now that dream is here beside me;
Long the skies were overcast,
But now the clouds have passed: you’re here at last!
Chills run up and down my spine, Aladdin’s lamp is mine,
The dream I dreamed was not denied me;
Just one look and then I knew,
that all I longed for long ago was you

(1944, by Jerome Kern & Ira Gershwin)