Hetgeen wat over blijft

    Het is nu oktober. Iedere donderdagavond doe ik vrijwilligerswerk en fiets langs de gehele Oude gracht terug naar huis. Inmiddels winter en allang niet meer 'terrasjesweer'. Voor de deur van een restaurant stonden een paar keurig geklede mensen zonder jas, waaronder een vrouw met blauwe trui en een parelketting. Ik was even aangenaam verrast; "Wat leuk, zulke types zie je niet dikwijls ‘s avonds langs de Oude gracht". De terassen van het Wed zaten vol met vrolijke mensen die ogenschijnlijk geen enkele moeite hadden om op een koude en donkere plek te zitten. De grap is natuurlijk dat al deze mensen gedwongen worden om buiten te roken. Met een glimlach ondergaan ze hun lot van paria, in werkelijkheid zijn ze natuurlijk totaal niet vrolijk. Mensen worden verbannen uit de kroeg vanwege een slechte gewoonte. Ik ben nu 10 jaar gestopt en mis het roken nog steeds, ben opgegroeid in een rokersfamilie en heb totaal geen problemen met anderen die wel roken. Vroeger, lang geleden was ik ieder weekend dronken en stond dan ladderzat in kafé België. De alto grunge meisjes met zwarte kleren vonden mijn vrolijke dronkenmanschap ronduit irritant Onlangs was ik te gast in het filmcafé Springhaver. Ook een licht alto kroeg, waar iedereen netjes aan tafeltjes zit. Een vriend van mij merkte op dat er niet meer werd gerookt. Het timide café had ineens een klinische atmosfeer. Dronkaards zag je er toch al nooit.