Tussen het Weteringcircuit en het Weesperplein ligt een gedeelte van de Sarphatistraat. Een bijzonder stukje Amsterdam. Alleen al omdat het de Amstel overbrugt. Gigantische, statische huizen, waarvan de meeste kantoorpanden, vormen een waardige poort naar Oost. Met als hoogtepunt het Amstelhotel. Een legendarisch gebouw waar menig beroemdheid de nacht heeft doorgebracht. Iedere dag loop ik vanaf de metrohalte Weesperplein, langs de motorkledingwinkel. In de imposante etalage hangen stoere, felgekleurde motorjacks. Ook de charmant gesneden, leren motorjackjes voor meidjes trekken mijn aandacht. Een stoer motorjack leek mij ook wel wat. Een stem in mij zei dat ik die winkel niet in moest gaan. Deze 'stem' was veel feller dan anders. Het leek wel een soort déjavu. Toch liep ik naar binnen. Een aardige dame vroeg me wat ik wilde hebben. "Tja, ik heb helemaal geen motor, ik wil eigenlijk een motorjack voor de sier". Dat kon. "Wilt u een wat langer model, of wat meer sportief?", vroeg de vrouw. Ik nam de langere. Een zwart, vrij 'beschaafd' model. Het jack voelde vreemd, als een cellofaan geklemd. Een soort harnas. Ik vond het wel heel stoer staan, leek ineens heel breed. "Ja meneer, dat heb je bij motorjacks daar zitten allerlei kunstof beschermingsstukken in, daarom sluit het zo nauw". "Euh, dank u wel hoor mevrouw, ik denk er nog wel even over". Ik schaamde me en wist ineens weer waarom ik nooit meer een motorkledingzaak in kon. Behalve natuurlijk als ik motor zou gaan rijden. Maar dat durf ik niet, dat is voor de stoere jongens. |