Voor altijd dicht De fietsenstalling onder Utrecht CS is dicht. Voor goed dicht. Er is geen weg meer terug. De stalling wordt gesloopt. In de schaars verlichte duisternis waren alle fietsen grijs. Vormloos metaal, rijp voor de schroothoop. De poort naar het station was een onverwoestbare draaideur, massief stalen spijlen die geruisloos in elkaar draaiden. De gehaaste reizigers liepen zo snel mogelijk door de deur waardoor deze steeds sneller begon te draaien. Ik wilde niet door die woeste deur, wachtte naast de ingang tot deze was uitgeraasd. Mijn beleefdheid werd niet door iedereen op prijs gesteld. Een meisje wat door de deur wilde keek me aan alsof ze het monster van Frankenstein zag staan. Tegelijkertijd was de draaideur één van mijn troeven die een Dame deed opmerken; "Willem waar gaan we naar toe?". Quasi nonchalant merkte ik dan op; "We gaan fietsen, jij achter op". Werkte heel goed. Stoer tilde ik mijn zware herenfiets van het bovenste rek. Nu is alles anders. De nieuwe fietsenstalling is op het Smakkelaarsveld. Een groot uitgevallen bouwkeet is het, gemaakt van somber golfplaat. Op het Vredenburg verschijnt een megalomaan gedrocht wat men straks ‘het nieuwe muziekcentrum’ gaat noemen. Voortaan; De roltrap af, lopen tot het einde van het perron (als het vriest een reusachtige wandeling). De ondergrondse passage uitlopen (In deze lange tochtgang wemelt het van de louche figuren). Naast de Mega-Mart (die sinds kort 24 uur, 365 dagen per jaar open is!) zebrapad over steken en daar is de fietsenstalling. Houten klapdeurtjes sprongen ludiek open als het ware de poort van een Efteling attractie. De fietsenhal blijkt ijskoud. Nee meneer er is niets meer aan te doen". zei de bediende. "De oude stalling is voor altijd dicht". |