In Hogere Sfeeren Onlangs was ik in de kerk. Op een zondagochtend, midden in de stad, de zon scheen. Ik had goed geslapen, de mensen waren vriendelijk, de psalmen kort maar krachtig. Alle aanwezigen stonden hand in hand in een grote cirkel. Ik, als heiden, was nu onderdeel van een groter spiritueel geheel. Vorig jaar voelde ik me daar niet thuis, een afvallige, dat was nu anders. De rituelen van de kerk zijn mij niet allen even bekend. Er ging brood en wijn rond. Het symboliseert het lichaam Jezus Christus *). Christus die onderdeel is van ons allemaal. God de vader, Jezus zijn zoon en de Heilige geest. De drie eenheid. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In de cirkel stond een jonge vrouw naast me, een bijzonder mooie vrouw wel te verstaan. Ik had de eer haar hand te mogen vast houden. Een zachte vrouwen hand. Dat was alles wat ik nodig had. Het ijs was gebroken. Ze keek me vriendelijk aan. Ik was gelukkig. Ik wilde haar een haar het mandje met brood geven. "Het is de bedoeling dat jij het brood voor me breekt" zei ze lachend. Met de intonatie van een manager. De laatste jaren voelde ik mezelf steeds 'spiritueler' worden. Voornamelijk gebaseerd op mijn mateloze bewondering voor de grote kunstenaars. Inspiratie en liefde liggen heel dicht bij elkaar. Creativiteit moet toch wel door een hogere macht zijn ingegeven? In de kring besefte ik dat de ware spiritualiteit eigenlijk alleen met liefde heeft te maken. De liefde voor mijn naasten, de liefde voor de vrouw waarvan ik werkelijk hou. Het bedrijven van de liefde waardoor ik me hogere sferen begeef. Er moet iets zijn die dit allemaal heeft mogelijk gemaakt. Hij of zij die liefde is. *) Matteüs 26 vers 26 en 27 26 Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden:Neem, eet, dit is mijn lichaam. 27 En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: Drink allen hieruit. |