De laatste sneltram


    00.05 ’s nachts. Het was de laatste sneltram van IJsselstein naar Utrecht. Ik kwam net van een verjaardag waar ik me mocht uitleven op mijn gitaar. Lichtelijk beneveld stapte ik in de tram, en stempelde braaf 4 zones af. Er wordt nog al streng gecontroleerd op dat traject. Zes zwaar gebouwde types verschenen uit het niets. Een jongen van nog geen vijftien moest zijn strippenkaart laten zien. In orde. ‘Jij zat net met je voeten de bank!’ zei de conducteur agressief. De jongen ontkende. ‘Jawel, ik zag het door het raam’ zei de conducteur nog kwader. De jongen werd onder luid protest vastgepakt en de tram uitgesleurd. ‘Een waar gebeurd verhaal’ aldus een vriend van mij die bijna altijd loog.

    Een meisje met zwart steil haar en een capuchon van kunstbont was minutenlang bezig haar mascara op te brengen. Schaamteloos zette ze het geluid van haar mobiele telefoonradio keihard aan, terwijl ze met een griezelig uitziende tang haar wimpers krulde. Haar blonde vriendin keek geduldig toe. In Nieuwegein kwamen een stel luidruchtige jonge mensen de tram binnen. Beschonken studenten die gingen 'stappen' in Utrecht. Een paar blonde meisjes begonnen luidkeels 'Michel' te zingen. Ik verbaasde me er over dat die Anoukhit nog zo populair was. Ze keken me vriendelijk aan en vroegen of ik iets wilde gaan zingen. Ik deed net of ik ze niet had gehoord. In deze fel verlichte tramcoupé voelde ik me een aangeschoten bejaarde met een gitaar. De eindhalte, Utrecht CS. Op het perron verdwenen ze in de nacht. Nu kwetsbare kinderen.