"Kijk dat is nou werk van Jan Snoeck" zei ik tegen mijn roodharige metgezel. "Zo een beeldengroep kost al snel een paar ton". "Ik vind het niks, hou niet van zo van die primaire kleuren" zei ze. "Maar je bestaat zelf uit primaire kleuren; witte huid, rood haar en blauwe ogen" zei ik. Ze kon er niet om lachen en keek me wat verwonderd aan. Het glimmende keramiek stond in een troosteloze 70-er jaren flatwijk. Ik was nog nooit eerder in Zoetermeer geweest en besefte me gedurende onze wandeling dat ik daar voorlopig ook niet meer zou komen. "Die flats, zie je hoe opvallend die beelden daar tegen afsteken?" "Hm, dat is waar, maar als dat zoveel geld waard is mogen ze het wel wat beter onderhouden" zei ze. Daar had ze een punt. Op allerlei plekken was het aardewerk aan het afbrokkelen. Ik zag een haringkar, kreeg trek in een broodje haring en vroeg of ze misschien ook iets wilde. "Nee, eet jij maar rustig hoor, ik heb geen haast". Normaal zou ik in het bij zijn van een vreemde nooit een broodje haring hebben genomen. |