Stormy weather
Op het marktplein van St.Niklaas was een broodjeszaak waar ik een stokbroodje bestelde. Nu heb ik altijd al moeite gehad met netjes eten maar bij een half stookbroodje met tonijnsalade gaat het nog steeds fout. Ik kroop zo ver mogelijk weg achter in het restaurant gedeelte en had om extra servetten gevraagd. Omdat ik de volgepakte fiets met bagage buiten moest laten, werd ik binnen ook nog eens lichtelijk onrustig of deze misschien gestolen zou worden. Voor me zat een stel luidruchtige meiden die om aandacht leken te vragen. Donkerharig, beetje zigeunerachtige types. Gelukkig zagen ze mij niet want mijn vingers zaten inmiddels weer helemaal onder de tonijnsalade. Binnen korte tijd was het broodje op. Ik passeerde het stel dames en ik wist dat er iets zou gebeuren. Terwijl ik afrekende begon één van hen openlijk met mij te flirten. Ze was vrolijk en knap. Op luide toon riep ze dat ze mij zo aantrekkelijk vond. Het winkelpersoneel moest lachen. Ik werd bijna rood en liep toch wel trots de winkel uit. De eerste en laatste keer. Ik besloot om via de provincieweg in één keer naar Gent te fietsen. Speciaal voor de tocht had ik zo een digitale kilometerteller aangeschaft. Het bleek dat ik ongeveer 15 km gemiddeld per uur fietste. Tijdens het stukje Sint Niklaas – Gent begon het steeds harder te waaien. Een keiharde wind tegen. Mijn gemiddelde was gedaald tot 5 km per uur. Metertje voor metertje kropen ze voorbij. Dit was voor het eerst dat ik me afvroeg; “ Waarom doe ik dit eigenlijk?” Doordat de kale weg continu hetzelfde was werd de wind ook al niet minder. Maar wat er ook zou gebeuren, ik moest en zou die dag in Gent aankomen. Het tempo werd steeds lager en ik ging nu om de paar honderd meter stoppen en uitrusten. Op deze manier schoot het dus echt niet op. Ik raakte steeds meer bezweet en de ademhaling zwaarder. Ik vond het toen al zo jammer dat er helemaal geen versnellingen op mijn fiets zaten, terwijl de heuvels van Noord-Frankrijk nog moesten komen.
Uiteindelijk was daar toch Gent en liep ik oververmoeid een bistro binnen. Later hoorde ik van het thuisfront dat het die middag gestormd had in Nederland.
Ik was wel toe aan rustdag. De bardame legde me vriendelijk uit dat mijn pension heel dichtbij haar kroeg lag. Een gelukstreffer! Pas om 19.30 had ik een afspraak met de pensionhoudster. Ontspannen begon ik aan het bier en genoot van haar dagschotel. Mijn ‘pension’ bleek een grachtenpand te zijn. Windstil, de zon scheen over de Belgische slotgracht. Vol verwachting belde ik aan.
Een mooie, jonge vrouw deed open, slechts gekleed in een short en t-shirt. Justine. Mijn fiets kon bij hun in de achtertuin. Ze liet mij het souterrain zien, mijn slaapplaats. Een leuke ruimte met twee kamers, één klein smal kamertje met een éénpersoonsbed, eerder een soort gangetje aan de tuinkant en een andere veel mooiere ruimte met tweepersoonsbed aan de straatkant. Die was bestemd voor stelletjes. Justine kon wel zien dat ik geen ervaren reiziger was; “Je hebt veel te veel bagage bij je” zei ze resoluut. Justine had donker haar in een vlecht en was vrij slank. “We ontbijten morgenochtend om 8.30. Eet je met ons mee?”. Ik had meer zin om uit te slapen maar ik liet dit Belgische ontbijtje niet aan mij voorbij gaan. Ik werd wel steeds meer nieuwsgierig naar de partner van Justine. Mijn ‘rotzooi’ was zo opgeruimd.
|