Valse Schaamte (De strandzesdaagse)
Proloog Dit keer was het wel erg warm op de avond dat ik ging
stemmen. Het waren beladen verkiezingen omdat er een "ruk naar rechts"
aan zat te komen. Ze werden gehouden in modern schoolgebouw vlak voor
mijn deur. De kiezers in de rij gaven een aardig beeld van wat er
zo ongeveer woont in mijn buurt. Een goed gewassen jongen van
midden dertig droeg een wit T-shirt met de tekst "hillbilly punks".
Tevreden lachend keek hij naar zijn aantrekkelijke vriendin. Hij was
ongeveer net zo Punk als mijn bril Grunge was. De mensen leken zo
vrolijk en zelfgenoegzaam. Alsof ze ieder moment een fles rode wijn
zouden gaan open trekken. Ik had niets te vieren en wilde zo snel
mogelijk weg. Toen ik éénmaal had gestemd durfde ik de
mensen niet meer recht in de ogen te kijken. Ik liep met mijn hoofd
weggedraaid langs de rij. Alsof ik me moest verantwoorden voor het feit
dat ik niet meer in de rij stond. Een meisje begon te giechelen. Ik had
eerder in een dergelijke rij gestaan. Niet om te stemmen maar om eten
te halen. Het was bij de openlucht gaarkeuken van de strandzesdaagse.
Ook toen durfde ik al niet de wachtende aan te kijken, terwijl ik ze
met een vers bord vol warm eten passeerde. Jammer alleen wel dat Vlad
en Pierre in de rij stonden. Hoek van Holland Geert was onze "reisleider". Het ging om een groep van ongeveer veertig man. Allemaal vrienden en bekenden. In Hoek van Holland hing een ontspannen sfeer. De meeste deelnemers dronken hun koffie in de strandtent, maar Geert liet duidelijk merken dat we moesten vertrekken. Er moest nog een flink stuk gewandeld worden. Geert beweerde dat het altijd mooi weer was tijdens de strandzesdaagse. Dit keer had hij gelijk. Lachend begon de "de troep" zoals wij ons zelf noemden aan de wandeling. "De troep" was ontstaan uit een groepje vrienden. Geert, Ernst, Vlad en ik. We zaten in de dezelfde klas. Het was een vrolijk, luidruchtig gezelschap en we trokken veel nieuwe vrienden aan. Binnen een paar jaar was het een groep van een man of veertig. Ik werd als gezien als gangmaker. Degene die de goede en slechte ideeën uitdroeg en mensen ging opjutten. Geert deelde spontaan een sigaret uit aan een blond meisje die ik ook heel erg knap vond. Dezelfde avond lag hij bij haar in de tent. Wat ze nu precies in die tent aan het doen waren zal ik nooit weten, maar ik sliep die avond alleen in een grote, naar plastic ruikende rottent. De bestemming was Duinrell. "Nelis" was een meisje die eigenlijk Cornel heette maar die door iedereen "Nelis" werd genoemd. Ze was blond en knap. Klein van stuk en een beetje ordinairig, maar toevallig wel de vriendin van Vlad. Lachend volbracht ze de eerste vijf kilometer. Rechte rug, borst vooruit. Na twintig liep ze met een ontevreden gezicht en ingezakte schouders. Ook Vlad keek niet echt blij. Ze besloten om met de bus te gaan. Ik heb zelf nog nooit gemediteerd. Maar uren lang zon,
strand, en harde wind hadden een speciale uitwerking. Ik dacht aan
niets meer. Behalve misschien "Wanneer kan ik het strand af? Lopend van
Hoek van Holland naar Den Helder scheen de zon de hele dag in me nek.
De eindeloze vergezichten leken niet aan verandering onderhevig. Maar
dan ineens verscheen er een streepje aan de horizon, die later de pier
van Scheveningen bleek te zijn. De hele dag had ik de tijd om de meest
geweldige Nederlandse wolken partijen te bekijken. Toch waren onze ogen
meestal gericht op de schoenen van de degene die voor ons liepen. We
konden het strand af. Ik kreeg het "we zijn er" gevoel. Geert
waarschuwde ons dat Duinrell nog wel een eindje lopen was vanaf het
strand. Hij had al vijf keer de strandzesdaagse gelopen. Hij was als
kind al begonnen. Geert was de ware ervaren loper. Hij was van origine
afkomstig uit Den Helder. Ik gaf hem al gauw veel krediet. Deze jongen
moest de kust kennen en opgewassen zijn tegen de elementen. De
wandeling van de kust naar de eerste "camping" bij Duinrell was een
morele veldslag. Het zal wellicht acht kilometer geweest zijn maar
het voelde als tachtig. De imposante duinen en bossen richting naar
Duinrell maakte nauwelijks indruk. De enige vraag was "Waar blijft de
camping?" Duinrell Eindelijk verschenen de borden Wassenaar. De naaldbomen rondom camping Duinrell waren vrij hoog waardoor alles een beetje donkerder werd. We liepen langs een doolhof van stacaravans die ook wel "kleine lange poten" werden genoemd. Vanwege de bloemetjes gordijnen en tinnenbeeldjes in de ramen. Iedereen kan zo naar binnen kijken in deze kleine huiskamertjes. Maar dat willen de meestal bejaarde bewoners ook. De straat komt uit bij een gigantische kampwinkel. Wij, als stoere leden van "de troep" sloegen daar grote hoeveelheden bier in. We moesten de tenten in het donkere bomenbos op te zetten. De vrijwilligers van de strandzesdaagse schonken vrolijk thee in, aan lange houten tafels. Alsof ze dachten; "Jullie moesten ver lopen, wij lekker niet.” De moeder van Geert had besloten dat je in een tent geen matrasje nodig had. Gewoon op het grondzeil van je tent liggen met een opgerolde handdoek als hoofdkussen. Dat kon zij wel vinden maar ik was blij dat ik mijn luchtbed en opblaaskussen had meegenomen. Er werd voor ons gekookt. Grote pannen met aardappelen en groente. Vrolijk werd het eten op geschept op plastic bordjes. Als laatste werd er een koude balgehakt op gelegd. De leden van "de troep" vonden de ballen gehakt maar niks. Al snel werden ze over de hele camping heen gegooid. Ik wilde "de troep" laten ophouden want ik was bang voor de leiding. Maar die zeiden nog niks. Vlad en Alan en ik waren een grote bungalowtent binnen
gegaan van een aantal giechelende, gewillige meisjes. Ik raakte aan de
praat met het mooiste meisje. Vlad en Alan gaven al snel aan dat ze
niet gekomen waren om te "praten". Dat vonden de meiden helemaal niet
erg. Ik werd min of meer de tent uitgeduwd terwijl de heren de meiden
een lesje gaven. Terug bij mijn tent verschenen ze weer. "Je praatte te
veel" gaf Vlad lacherig aan. De volgende ochtend kwamen we allemaal
katerig onze tentjes uit. De frisse geur van de naaldbomen was
heerlijk, de klamme geur van het vuile wasgoed in onze tent minder.
Hete thee en boterhammetjes was ons proviand. Vlad zette een pak sap
tegen zijn mond; "Jus d'orange, krachtvoer!" zei hij vlot. De tocht kon
beginnen. Noordwijk Ernst was de ongeschreven leider van "de troep". Vrolijk dansend liep hij voorop met de Gettoblaster door de duinen. Er klonk"Bounce, rock, skate, roll" van een zekere “Vaughan mason and crew”.In die tijd een vrij obscuur discohitje. De natuurlijke stilte van de duinen werd wreed verstoord door de luidruchtige troep. We kwamen collectief in soort euforie. Het perfecte gevoel om aan de volgende, lange afstand te beginnen. Dit keer moesten we "slechts" 25 kilometer lopen. Voorde "stoere" mannen van de troep was dat nu geen probleem. "Sjuk" heette gewoon Frank, maar werd door iedereen Sjuk genoemd. Hij viel onder meer op door zijn schooletui. Wij noemden het plastic. Maar Sjuk legde ons uit dat het eigenlijk geen plastic maar "Skai" was. Kunstleer dus. Sjuk vond de strandzesdaagde eigenlijk helemaal niks. Hij was hotels gewend en was ook de enige in het gezelschap die zich een originele "ray-ban" zonnebril kon veroorloven. "Varoush" was een klein mannetje met donkere krullen. Sjuk lag om tien uur in zijn tent maar Varoush vond dat veel te vroeg. Hij blies de rook van zijn joint door het kleine luchtrooster van de tent van Sjuk. Dit was "the bloody limit" voor Sjuk. Hij pakte al zijn spullen in en liep woedend de camping af. 'S avonds laat terug met de trein naar huis. Alan had alles gezien en gaf Varoush een harde klap in zijn gezicht. Zelfs Vlad veroordeelde de slechte daad van Varoush. De "camping" in Noordwijk aan Zee was een groot grasveld rondom eenopenlucht zwembad. Het grasveld was zo groot dat het plaats bood aan honderden tenten. "De troep" had de tenten naast het zwembad gezet. Om 's nachts te kunnen zwemmen en om de afstand tussen bar en tent zo klein mogelijk te maken. "De troep" mocht dan wel erg luidruchtig zijn, de liederen van de stamgasten van de strandzesdaagse, "de zingende fluten" waren oorverdovend. Fanatieke lopers die een afstand van zeven uur in vier uur liepen. Ik hield niet zo van dat groepsgevoel. Alhoewel "de troep" duidelijk een groep was. Ilonka was half Indonesisch. Ze had lang zwart, krullend
haar en een lang fotomodellichaam. Als ze lachte, straalde ze als een
soort "Debby Harry". De dunne Mischa was haar vriend. Wat zag ze toch
in dat "skeletje"? zoals Geert Mischa ooit spottend noemde. Een aantal
leden van de troep besloten om 's nachts te gaan zwemmen. Ilonka ook.
Ik
dus ook. Plotseling had ik haar vast. Ik omhelsde haar ranke lichaam en
voelde haar toch wat kleine borsten tegen me aan gedrukt. Slechts
enkele seconden hield ik haar vast, even was ze heel dichtbij me.
Daarna nooit meer. Het schijnt dat ze later oogverblindend knap moet
zijn geworden. Ze is de eerste vrouw geweest die tegen mij heeft gezegd
dat kort haar me niet goed staat. Twintig jaar later pas weer de
tweede. En nog geloof ik het niet. Velsen-Noord De volgende bestemming was Velsen-Noord. Een kleine gemeente, letterlijk onder de rook van de Hoogovens. Wij konden alleen heel vaag in de schemering de flats van Zandvoort nog waarnemen. Zandvoort. The place to be. Het enige strand wat telt. De plek waar alle Amsterdammers naar toe gaan als zij naar het strand willen. Waar ik als kind naar toe ging met mijn familie. Waar "Oma Paula" het zand uit haar schoen gooide op de parkeerplaats en zei; "Ik heb heel Zandvoort in mijn schoen". Waar mijn moeder witte boterhammen mee nam, belegd met geprakt ei. Waar Oma Paula in het huisje-achtige houten strandstoel mocht zitten. Terwijl wij op een handdoek zaten. Waar dezelfde Oma Paula zei; "Eén is meer dan genoeg" terwijl ik nóg een ijsje wilde. Ik was verontwaardigd. Als één al meer dan genoeg is hoeveel is dan genoeg? Waar mijn vader aangespoelde kwallen bij de rug oppakte en de door lucht gooide. Deze plek was echt niets bijzonders. Toen "de troep" Zandvoort passeerde vond ik het alleen maar druk. Er leek geen einde te komen de massa's mensen. Ik keek wel mijnogen uit naar alle topless dames. Toch was het een gezette dame in spijkeroverhemd die mij het meeste raakte. Ze kwam nonchalant lachend de strandtent binnen om iets te drinken te bestellen. Haar borsten staken uitdagend uit door het openvallende overhemd. Zij had tenminste nog iets te verbergen. Zandvoort leek eindeloos te duren, het volgende doel leek nog vreselijk ver. IJmuiden. De contouren van "Panaroma Hoogovens" waren in Zandvoort al duidelijk te zien. Een beetje geheimzinnig was het wel. Het had iets van een raar soort kasteel. Moesten we daarbij in de buurt gaan slapen? Bij de pier konden we het strand af. Opnieuw waarschuwde Geert ons. "Het is nog wel een stuk lopen hoor". Ik voelde onmiddellijk dat Geert niet overdreef. We hadden de twijfelachtige eer om "Panorama Hoogovens" van heel dichtbij, uren lang te moeten bewonderen. Het was een kaarsrechte weg langs een kanaal. Aan de overkant van het kanaal zag ik fabrieken met een heleboel stalen buizen waar zowel witte, zwarte als geel rook uit kwam. Het stonk er voortdurend. Ook klonken er geheimzinnige geluiden en gingen er lichtjes uit en aan. Mensen of arbeiders waren er niet. Later heb ik de film "Batman" gezien waarbij The Joker (Jack Nicholson) in een soort groen zuur valt. Dit speelde zich af in een fabriek. "Panaroma Hoogovens" lijkt er "griezelig" veel op. Deze laatste loodjes wogen naar mijn gevoel te zwaar. Was dit wel de moeite waard om nog eens vrijwillig te gaan doen? In de verte ging een bootje heen en weer. Geert probeerde ons gerust te stellen. Dit was de pont naar Velsen-Noord. Het was juist op deze desolate plek waar ik voor het eerst het meisje met de gerafelde spijkerbroek tegen kwam. We liepen achter twee meiden. Aan hun gele vlaggetjes kon ik zien dat het collega loopsters waren. Eén droeg een korte hotpants spijkerbroek, had een zwart hemdje en blond haar in een vlecht. Haar gerafelde spijkershort was zo kort dat er net een stukje bil onderuit stak. Het was een lang meisje en ze liep kordaat door op een soort bergschoenen. Zoals gewoonlijk durfde ik niks tegen haar te zeggen, maar toch was ik blij dat Vlad en Geert er niet bij waren. Ik heb zeker een uur achter haar gelopen en alleen maar naar dat perfecte achterwerk zitten kijken. Totdat we op de pont gingen staan. Mijn gouden kans was gekomen. "Lopen jullie ook mee met de strandzesdaagse? "Ik wist echt niets originelers te verzinnen. "Ja", zei het blonde meisje inmiddels ongeïnteresseerd op de railing zittend. "Euh, zwaar het lopen he?" zei ik. "Ik vind het wel lekker gaan vandaag" zei ze nog ongeïnteresseerder. Ik werd rood van verlegenheid, terwijl ik toch al een ape-rode kop had van de hele dag in de zon lopen. Gelukkig waren we al bijna aan de overkant. Ik groette haar kort. Zij knikte nauwelijks. Op naar Velsen-Noord. De camping, voetbalvelden van
Velsen-Noord bleekwel erg onder de rook van de hoogovens liggen. De
hele nacht reed er dieseltreintje vlak langs de camping. De lading
bestond uitstaal. Ook dit treintje had iets lugubers. De mannen van “de
troep” gingen de tenten opzetten. We kozen een klein grasveldje wat
tussen twee voetbalkantines in lag. Behalve het treintje konden we ook
nog meegenieten van het gezang van de "zingende fluten". Het waren oude
gebouwtjes. Binnen was het 's avonds gezellig druk. Ook de leden van
"de
troep" hadden nu erg veel trek in een biertje. Er was zelfs live
muziek.
Een accordeon en een drummer. Ik wilde zingen. Ik koos voor "Foxy
foxstrot". Vlad gaf toe dat het professioneel klonk. De zingende
flutenen de leiding dachten er blijkbaar anders over. Ze bleven tijdens
mijn fantastische optreden met hun rug naar me toe staan. "De troep"
was
luidruchtig en vervelend, maar dit gebaar begreep ik niet. Het was
tijd om dronken te worden. De leden van "de troep" zaten vrolijk met
z'n
allen aan grote tafels. Continu werd er bier bij gehaald. Binnen een
uur
waren we allemaal dronken. Tijd om voor mij het campingterrein te gaan
verkennen. De eerste tent vol meisjes was snel gevonden. Lamlendig ging
ik tussen hen in liggen. Al snel wist ik een meisje mee de zaal in te
krijgen. Het was een mollig, beetje kak-achtig meisje. "Dit is mijn
vriendin" zei ik trots en totaal bezopen tegen de leden van "de troep".
Het meisje scheen het allemaal wel grappig te vinden. Even later
stonden
we weer buiten. Ik kuste haar en had zin om met haar een tent in te
gaan. "We gaan niet fokken he?" zei ze enigszins verontrust. Net alsof
ik dat zou kunnen. "Nee hoor" zei ik vlot. In haar tent was het lekker
druk. Drie meisjes en nog een andere jongen. Netjes hielden we allemaal
onze kleren aan. Meer dan voelen in haar broek was het niet. Ik ging
midden in de nacht terug naar mij mijn eigen tent. Nog steeds
beschonken. Het was maar goed dat we de volgende dag een kort tochtje
voor de boeg hadden. Egmond aan zee Egmond aan zee is een leuk klein kust plaatsje. Het heeft iets onschuldig. Een gehucht helemaal gericht op de zee en de toeristen. Ik had pijn in mijn linker voet en besloot samen met een aantal leden van "de troep" met het openbaar vervoer te gaan. Dat betekende dat we laat vertrokken en ruim op tijd weer aan kwamen. Dat begon op te vallen bij de leiding van de strandzesdaagse. We zaten niets vermoedend in de sportkantine. Ineens komt een boos kijkende, de leider van de strandzesdaagse, binnen gewandeld. Hij schoof zwijgend bij ons aan tafel en vroeg; "Waarom gaan jullie mee op strandzesdaagse?" Een lange stilte volgt. Zegt Dick "Omdat we het leuk vinden". "Goed dat was wat ik wilde weten" en hij liep meteen weg. Verder nooit meer wat van gehoord. Vlak buiten de camping lag een groot overdekt zwembad. Heerlijk om na een dag lopen wat baantjes trekken. Alhoewel ik niet meer "gelopen" had dan van de bus naar het kampeerterrein. Eénmaal in het water zag ik een bekend gezicht. Een meisje wat ik kende maar ik wist niet meteen waarvan. Ik schrok. Het was het meisje met het korte spijkershort. Ook zonder make-up was superaantrekkelijk. Nu droeg ze nog veel minder. Opnieuw kon ik haar aanspreken. Ik ging haar bewust tegemoet zwemmen om oogcontact te krijgen. Ik werd genegeerd alsof ik lucht was. Uiteindelijk rustte ze heel even aan de kant. Dit was mijn kans. Ik zwom naar haar toe en zei "Hallo", “Hai” zei ze kort terug en ze zwom meteen weer weg. Ik wist dat er kleine plastic duikbrilletjes bestonden. Dan zou ik haar goed kunnen bekijken. In het hele zwembad was zo een brilletje nergens te vinden. Het enige wat ik nu nog kon doen was wachten totdat zij besloot het water uit te gaan. Dat duurde niet lang. Juist op het moment dat ze het zwembad trapje beklom, zat ik vlak achter haar. Ik kreeg een schok. Zoveel moois had ik nog nooit van dichtbij gezien. Haar benen waren lang, met vrij volle kuiten. Door het water glommen ze mooi en ze waren licht bruin gekleurd. Haar kont was minder goed in beeld door het zwarte badpak. Ze liep richting kleedhokjes maar ik bleef haar met mijn ogen volgen. Hopende dat ze misschien om keek. Dat deed ze. Plotseling keek ze me recht aan en glimlachte. Nu kreeg ik het ineens heel erg warm in een koud zwembad. Ik was zo trots. Alle andere meisjes van de strandzesdaagse bestonden niet meer. Zij was het. Ik wilde het aan alle leden van "de troep" gaan vertellen, maar bedacht al snel dat dat geen goed idee was. Ik besloot het aan niemand te vertellen. Vlak langs het sportveld liep een dijk waarop ik een mooi
uitzicht had over alle tenten. Spiedend zocht ik naar het meisje met de
gerafelde spijkerbroek. Ik zag haar niet. Het was inmiddels half zes 's
avonds maar nog steeds bloedheet. Ik besloot langs alle tenten te gaan
lopen. Om zeven uur zag ik haar eindelijk zitten. Voor de tent met haar
vriendin. Alleen dit keer zaten er twee jongens bij. Eén van hen
had vlot krulhaar in een staart. Het meisje met de gerafelde
spijkerbroek lachte. Ik werd op slag belachelijk jaloers. Een uur later
ging ik stiekem terug naar de tent van het meisje. Dit keer dronken ze
vrolijk rode wijn. Ik kon wel op en neer in de lucht springen van
jaloezie. Maar ik droop af en ging met "de troep" mee de stad in. We
zaten ons te vervelen op het marktplein. Ineens kwam er groepje van
vier
mensen aanlopen. Eén meisje had een uitzonder lijk mooi lichaam.
Ze droeg nu een lange strakke jeans die haar ook heel goed stond.
Jammer
dat er een man met paardestaart naast haar liep. Het meisje keek niet
naar me. Ze besloten een Bar-dancing binnen te gaan. Toevallig willen
de
leden van "de troep" daar ook naar binnen. Ik wou verder niet
gemarteld worden en besloot om niet naar binnen te gaan. Vlad keek me
verbaasd aan. Hij vertrouwde het niet. Normaal ga ik altijd mee. Ik
ging
nu alleen terug mijn tent. Geert zat nog buiten. Een half uur later
zag ik bekende gezichten langs onze tent lopen. Ik hoorde gegiechel.
Het
meisje met gerafelde spijkerbroek liep nu gearmd met haar nieuwe
liefde.
In mijn tent had ik visoenen over twee mensen die de liefde
bedreven. Alleen dit keer kon ik er niet opgewonden van raken. Callantsoog Het sportveld van Callantsoog lag vlakbij de duinen. Het gevolg daarvan was dat er overal zeemeeuwen waren. Brutaal liepen ze langs onze tenten op zoek naar eten. Een zeemeeuw ziet er net zo uit als een gewone "stadsmeeuw", alleen een zeemeeuw is wel drie keer zo groot. Ik vond het geweldige beesten. Regelmatig hoorden we ze krijsen. Langzaam werd ik melig van deze rare dieren en zo ook de andere leden van "de troep". Voor het eerst in vijf dagen betrok de lucht en begon het te motregenen. Callantsoog was te klein om uit te gaan de leden van "de troep" moesten dus in de kleine kantine blijven. Het was wel vol maar niet echt gezellig. Ik ging vroeg naar bed. Ik lag in mijn tent. Het was vrij koud. Ik rook de frisse,
zoutachtige zeelucht. Logisch, want onze camping lag vlak achter de
duinen. Ook klonk daar het merkwaardige gekrijs van een zeemeeuw.
Plotseling overviel mij een diep gevoel van respect en ontzag voor de
natuur. Als ik dan toch moet gaan, zou ik het liefst in een duinpan
liggen. Tussen het helmgras. Kijkend naar de heldere, lichtblauwe
hemel. Mooier blauw bestaat niet. De wind waait over mijn gezicht. Ik
ruik het zout van zeelucht. Een zeemeeuw vliegt laag over, negeert mij,
maar lijkt toch even verbaasd te krijsen. Dit moment van totale
harmonie
geeft me het gevoel dat ik rustig kan gaan slapen. Ik word vanzelf weer
onderdeel van het geheel. De gedachte dat de verbaasde meeuw mij ieder
moment kan gaan op eten laat me volledig onverschillig. Den Helder Van Callantsoog naar Den Helder was gelukkig maar twaalf
kilometer. Een triomf tochtje voor de helden die de strandzesdaagse
gelopen hadden. Ik dus niet. Bij den Helder houdt het strand letterlijk
op en verandert het in asfalt. Het voelde als het einde van Nederland.
Bij de finish van de strandzesdaagse kregen we dit keer geen leren
hakje
maar een klein flesje met zand er in. Leer was zeker te duur. Bij een
parkeerplaats werden de meeste deelnemers opgehaald door familie. Ook
mijn vader was zo vriendelijk om mij op te halen. Op de parkeerplaats
zag ik ook het meisje met de gerafelde spijkerbroek. Ook zij werd
opgehaald door haar ouders. "Dit is Frank", zei ze lachend. Haar vriend
met paardestaart stelde zich netjes voor. Zijn nieuwe schoonouders
lachten vriendelijk terug. Voor het eerst was ik heel even blij dat ik
niet in zijn schoenen stond. Oogcontact kreeg ik niet meer. Mijn vader
vroeg nog wel; "Wie is die stoot met dat korte broekie?" Epiloog In een grote apotheek werd ik geholpen door een wat arrogante werkstudente. Terwijl ik op een bankje zat te wachten kwam er een ander meisje binnen. Zeker iemand van "de club" want ze werd hartelijk en luidkeels begroet. Zij antwoordde eveneens op harde toon; "Ik wil graag de Morning After-pil". Dit zei ze op een dus danige, nonchalante manier alsof ze een "Campari-Jus"bestelde. Haar recept werd klaar gemaakt. Ze bewoog onrustig heen en weer. Ik zag natuurlijk al gauw weer allerlei sexbeelden voor me. Ineens besefte ik me hoe zwaar die ingreep wel is en wat voor kater dat voor een vrouw moet zijn. Eerst de liefde bedrijven en de volgende dag een overdosis hormonen moeten innemen. En nog wel bij een meisje van amper 19 jaar. Ze was nerveus en keek me aan met ongelukkige, kwetsbare ogen. Ze wilde toch haar ergens haar eer hoog houden. Ik vond haar ineens heel lief. |