Het Symbolisme




    Er waren eens twee heksen, Chantal en Willemijn. Toen ze elkaar leerden kennen waren ze jong, mooi en onbevangen. Ze werden hele goede vriendinnen, altijd bij elkaar. Totdat de Heks Willemijn de burger Jim ontmoette. Willemijn was vanaf het eerste moment stapelverliefd op de lijfeigene Jim. Hij was een boerenknecht, sterk en ijverig. De donkerharige Heks Willemijn probeerde al haar toverkunsten uit om hem verleiden. Naakt vliegend op haar bezem boven het erf, een uitheemse vlieg in zijn bier. Niets mocht baten. Burger Jim was totaal niet onder indruk. Ook de blonde, wellustig gevormde Heks Chantal viel als een blok voor de burger Jim. Dit keer was het wederzijds. De boerenzoon Jim en Heks Chantal lieten elkaar alle hoeken van de hooizolder zien. De Heks Willemijn werd stikjaloers. Dit was het moment dat Willemijn zich ging verdiepen in de zwarte magie. Verzot op wraak verzamelde ze allerlei duivelse boeken, droeg zwarte kleren en kwam nauwelijks meer haar huisje uit. Haar grootste wens was Heks Chantal "in een lelijke pad veranderen en deze te vertrappen". De witte Heks Chantal voelde dat er iets mis was. Ook zonder woorden kon ze de gedachten van Willemijn lezen. Er was geen tijd te verliezen. Ze klopte op deur van Heks Willemijn. Geen antwoord. De deur bleek open, ze liep naar binnen en daar zat de Heks Willemijn op haar stoel. Bewegingloos keek ze voor zich uit. De Heks Chantal schrok van haar bleke verschijning. Ze bedacht zich geen moment en de sprak een toverspreuk in het linkeroor van Willemijn; "Van ons gefluister, dat niemand hoort, omhult het duister, ieder woord. Ik voel de warmte van je hart nog dichterbij". De Heks Willemijn begon te glimlachen en werd weer helemaal mooi en lief. Chantal begon zich spontaan uit te kleden en samen kropen ze in grote bed. Magisch was hun uren lange vrijpartij, de vonken sprongen er vanaf. Willemijn was nu helemaal genezen. En als ze er zin in kregen mocht Burger Jim ook mee doen. Ze leefden nog lang en gelukkig.