Ursel’s Sanitair De camping bestond uit twee gedeeltes gescheiden door een provinciale weg. Aan de ene kant stonden de stacaravans, hier was tevens de 'Gaststätte' gevestigd. Een bar, restaurant en receptie onder één dak. Aan de andere kant van de weg was een groot stuk weiland wat bedoeld was als Camping. Een stel jonge, dronken Duitsers vonden het leuk om ‘s nachts flarden van House muziek over het terrein te laten schallen.. Naast mijn tent stond een Nederlands stelletje. "Volgens mij ben jij niet zo snugger? zei een vrouw met Rotterdams accent. Ik voelde dat ze zat te plagen, gelukkig maar. "Waarom dan niet?" zei ik. "Nou, je loopt maar heen en weer met die afwas, je tent staat niet goed, je hebt de verkeerde fiets zonder versnellingen, de vriend van jou moet al het werk doen, enzovoort". De vrouw had wel gelijk ergens. Mijn jeugdvriend Geert voelde zich aangesproken. "Zelf ben ik ook niet perfect hoor" zei ze. De douches en toiletten waren onder gebracht in een hok van beton. Op de vloer van de toiletten lag overal water en stukken gedrenkt WC papier. Een laag hangende gootsteen in doucheruimte was bedoeld als afwasbak. Koud water, vanzelfsprekend. Plotseling klonk er een harde, doffe dreun. De aankondiging van een waanzinnig onweer. Nu was ik blij dat ik gezellig droog in het vieze douchehuisje stond. Terwijl de regen keihard op het betonnen dak tikte, moesten de anderen schuilen in hun tenten. Tijdens het afwassen werd ik ineens ongerust over mijn oude tent, was deze wel waterdicht? Na de regen bleek alles droog te zijn. Al voor de vakantie zat ik de hele tijd tegen Geert te zeuren; "Misschien komen er wel twee leuke vrouwen op de camping?" In Ursel werden onze gebeden eindelijk verhoord. Er verschenen twee vrouwen, samen met een klein tentje. Geert vond ze wel leuk. ‘s Avonds in de Gaststätte dronken we grote glazen Duits witbier en waren we vrij snel aangeschoten. De twee vrouwen kwamen binnen. Geert werd onrustig, dit was zijn kans. De meiden begonnen aan een tafeltje te kaarten. We mochten meespelen. De gezusters waren erg slank, vel over been. De kaaklijn van de knapste had iets van een skelet. Geert begon over een kerncentrale in Duitsland die dienst deed als speeltuin. "Je gaat toch ook niet spelen in Borselen?" zei Geert. "O, je bedoeld te zeggen dat het niet goed is om naar die kerncentrale te gaan? vroeg het knokkelmeisje. Het was 24.00 uur, de bar ging dicht. We moesten terug naar de tenten. "Tanden poetsen?" zeiden de meisjes. |