It is great wisdom to know how to be silent and to look at neither the remarks, nor the deeds, nor the lives of others. John of the Cross Mijn nieuwe vriend "In ons dorp kent iedereen, iedereen. Er wonen maar 8000 mensen", zei de vorige huurster van mijn woning. Ik woon al bijna een jaar in dit kleine dorp onder de rook van Amsterdam, ken alleen mijn buren en dat wil ik vooral zou houden. Ons kleine, moderne treinstation heeft geen gesloten glazen huisje om te schuilen bij regen en vorst. Dat lijkt misschien een onbelangrijk detail het is een behoorlijk, onaangenaam frisse bedoeling daar om 7.20. Als er zwarte balken staan op de speciale beeldschermen is dat meestal een slecht teken; vertraging of de treinen die helemaal niet rijden. Die ochtend had het echt gevroren. Ik beklom langzaam de spiegelgladde stenen trap naar het perron en tegelijkertijd belde ik naar mijn werk om te zeggen dat ik later zou komen. Op het perron begon een wat oudere man tegen mij praten. Ik verstond hem niet wat hij zei maar zag wel duidelijk zijn mond bewegen. Nadat ik mijn collega had ik ingelicht sprak ik hem aan; 'Zei U iets meneer?' 'Ik probeerde te omroeper te verstaan maar jij zat er door heen te lullen. Maar ja je had het zeker niet in de gaten!' Ik zweeg. Ik besefte me niet dat ik zo hard had gepraat maar toch vond ik de grijze man behoorlijk irritant. Dat Bargoense taalgebruik en die aanmatigende toon. Waar bemoeide hij zich mee? Dit is toch een openbare ruimte? Nu zie ik de grijze man iedere ochtend. Hij is vrij lang, slank en goed gekleed bijna altijd in het zwart en rijdt eerste klas. Een soort managertype. En als we per ongeluk oog contact hebben negeert hij mij. Nu denk ik alleen nog; "Ik had iemand nodig stil en op recht, en nu ... heb ik een vriend." |